Spring naar content

Verstedelijking in Brabant – aandachtspunten in aanloop naar de formatie

11 maart 2021
Group 550

Maandag 1 maart jl. vond het jaarlijkse BrabantStad-diner (digitaal) plaats. Traditiegetrouw ontmoeten de bestuurders van de BrabantStad-steden en de provincie op deze avond topambtenaren uit Den Haag. Secretarissen-generaal en directeuren-generaal van Haagse Ministeries én de directeuren van de planbureaus worden getrakteerd op de Brabantse gastvrijheid maar bovenal meegenomen in de opgaven waar de provincie en de metropoolregio voor staan.

Met de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de formatie van een nieuw Kabinet in het verschiet werd het BrabantStad-diner dit jaar benut om steun van het Rijk te vragen bij de verstedelijkingsopgave in Brabant. Na een welkom van Commissaris van de Koning Ina Adema en BrabantStad-voorzitter Peter Smit nam gastspreker Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en oud staatsecretaris van economische zaken, het gezelschap mee in de ontwikkeling van het denken over ruimtelijke ordening.

Verdaas signaleert een ommekeer. Nog maar 15 jaar geleden was het algemene gevoel onder beleidsmakers en politici dat Nederland wel af was. De toekomst van het ruimtelijk debat zou beperkt blijven tot een projectje hier en daar en het elders nog het een en ander ‘omkatten’. Die gedachtegang is inmiddels volkomen achterhaald gebleken zo betoogde de hoogleraar. Het tekort aan woningen, de klimaatopgave, de verduurzaming van onze energievoorziening, het behouden van de biodiversiteit en de waardering van het landschap hebben het debat over ruimtelijke ordening heropend.

De samenhangende aanpak die op regionaal niveau nodig is staat of valt bij ondersteuning vanuit het Rijk aldus Verdaas. Het Rijk kan een samenhangende aanpak in de regio stutten en steunen óf juist frustreren. Zijn pleidooi richting de ambtelijke top m.b.t. de formatie: ‘kom tot een samenhangende aanpak, waarbij sectorale potten in samenhang landen in de regio op voorwaarde van het hebben van een regionale investeringsagenda. Kortom: het Rijk moet werk maken van een landelijke investeringsagenda, dit vanuit de noodzaak dat we het ons niet langer kunnen permitteren sectorale fondsen en ambities zonder samenhang het land in te schieten.’

Lees hier  de volledige bijdrage van Hoogleraar Gebiedsontwikkeling Co Verdaas

Na de inleiding sprak men in deelsessies door over de verstedelijkingsopgave in Brabant. De conclusies van de avond zijn daags na de bijeenkomst verwoord in een brief van de Brabantse bestuurders aan hoog ambtelijk Den Haag. Overkoepelend omarmen de BrabantStad-bestuurders het pleidooi van Co Verdaas voor ondersteuning van de regionale investeringsagenda door het in samenhang bijeenbrengen van de rijksmaatregelen en sectorale potten. Meer specifiek vraagt BrabantStad aandacht voor de volgende vijf punten:

De woonopgave in Brabant
Brabant wil een fors aandeel leveren in de nationale woningbouwopgave van 1 miljoen woningen. De komende 10 jaar is het zaak 240.000 woningen toe te voegen, voor een heel groot deel in stedelijk gebied. De Brabantse bestuurders willen deze aantallen met de gewenste kwaliteit voor de omgeving en met oog voor de menselijke maat realiseren. De Regionale Investeringsagenda’s worden van onderop opgebouwd en met oog voor alle facetten: mobiliteit en infrastructuur, werk, water, klimaat en energie, landbouw, leisure, de transitie naar een circulaire economie en de kwaliteit van de leefomgeving voor onze inwoners, van stad én platteland. De Brabantse bestuurders willen graag verder in gesprek met het Rijk om de verbindingen te leggen op inhoud, ten aanzien van het instrumentarium én voor de benodigde investeringen waarbij we graag zien dat het Rijk haar middelen in samenhang inzet.

BrabantStad kennisinfrastructuur op Artificial Intelligence
De Brabantse AI samenwerking bundelt complementaire kennis en kunde, die waardevol zijn voor heel Nederland. Deze samenwerking omvat heel BrabantStad en is verbonden met de Nederlandse AI-coalitie. Hierbij gaat het niet alleen om het uitvinden van nieuwe technologie en slimme algoritmen, maar vooral de toepassing ervan om complexe maatschappelijke problemen op te lossen in domeinen als voeding en gezondheid, criminaliteit en veiligheid, zorg, mobiliteit en logistiek. Brabant wil de technologie op verantwoorde wijze toepassen. Hier zijn nog weinig richtlijnen voor in Nederland – we worden vooral gestuurd door Europa. De nationale overheid kan regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en het onderwijs helpen om de kaders te stellen voor toepassing van AI. Samenwerking tussen Brabantse steden en de rijksoverheid is op dit gebied daarom een noodzaak.

De OV-sprong in Brabant als voorwaarde voor succes
De tweede economische regio van Nederland staat voor stevige uitdagingen als het gaat om de toekomstige mobiliteit. Dit in nauwe relatie tot de stedelijke en regionale ontwikkeling, woningbouw, energietransitie en duurzaamheid. In ons Bidbook OV2040, de zuidelijke Hink-Stap-Sprong geven we aan dat 3,4 miljard euro nodig is aan spoorinvesteringen. In samenhang daarmee is ook 3 miljard euro nodig voor Hoogwaardig Openbaar vervoer en Knooppunt/hub-ontwikkelingen. Het betreft een samenspel tussen de regionale en nationale OV-netwerken, maar zeker ook op de internationale verbindingen. Daarbij vraagt de specifieke Brabantse situatie ook om betere afstemming tussen de spoorgoederen- en openbaarvervoersaanpak. De Brabantse bestuurders nodigen het Rijk graag uit om verder in gesprek te gaan over een gezamenlijke langjarige investeringsagenda gericht op het vergroten van de uitvoeringskracht.

Verstedelijking organiseren vanuit het perspectief van Brede Welvaart
De ambitie om sociale en economische tweedeling tegen te gaan is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van onze regio. We leggen daarbij de verbinding met armoede, gezondheid en verduurzaming. Ondernemen voor Brede Welvaart is niet voor niets het nieuwe kompas van VNO-NCW en MKB-Nederland. Het perspectief van Brede Welvaart stelt ons voor de opgave ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen en dat beleidssectoren verbonden worden om woningbouw, economie, ecologisch een sociaal kapitaal bijeen te brengen. Wat de Brabantse steden hierbij kunnen bieden zijn concrete projecten op lokale en regionale schaal waarin opgaven in samenhang bij elkaar komen. Bijvoorbeeld Brainport Smart District, de wijkaanpak in de grote Brabantse steden, de verbinding die we maken tussen stad en platteland. Wat Brabant daarvoor nodig heeft is dat we bestaande regelgeving ter discussie kunnen stellen om patronen te doorbreken. Ook zou het matchen van goede regionale plannen met middelen vanuit sectorale potten een stevige aanjaagfunctie met zich meebrengen.

De realisatie van Van Gogh Nationaal Park
Brabant koestert de ambitie om een topeconomie te combineren met een toplandschap. Dit vanuit de ambitie om de meest concurrerende economische kracht te ontwikkelen binnen de landschappelijke waarden van een nationaal park. Daarbij zoeken we naar een goede koppeling tussen enerzijds de economie en anderzijds de natuur, gecombineerd met de opgave om tot een verdienmodel te komen. BrabantStad vraagt bij het Rijk dan ook aandacht voor de realisatie van het van Gogh Nationaal Park.

De bestuurders van BrabantStad spraken daarmee de wens uit dat het belang van Brabant als zeer belangrijke economische motor van Nederland tijdens de formatie in herinnering geroepen zal worden.