Werkbezoek MIRT in Maastricht
20 juni 2023
Op 8 mei 2023 was het jaarlijkse werkbezoek MIRT van de minister en staatssecretaris van IenW aan landsdeel Zuid, dit jaar in Maastricht. Vanuit Brabant namen deel gedeputeerde Stijn Smeulders en de wethouders Roy Geers (’s-Hertogenbosch), Peter Bakker (Breda) en Monique Esselbrugge (Eindhoven).
Het werkbezoek heeft een informeel/verkennend karakter. Tijdens dit werkbezoek zijn de contouren van de agendapunten m.b.t. mobiliteit verkend, zowel voor het BO Leefomgeving van 13 juni als voor het BO MIRT van het najaar. Onderwerpen die zijn besproken waren onder andere de herprioritering binnen het MIRT van aanleg- naar onderhoudsprojecten, de in voorbereiding zijnde mobiliteitspakketten die in het kader van NOVEX Stedelijk Brabant worden opgesteld voor de vier stedelijke regio’s in Brabant, de relatie van de externe veiligheid op het spoor en de verstedelijkingsopgave in Brabant en de wateropgave in ’s-Hertogenbosch. Op al deze onderwerpen willen Brabantse bestuurders in het BOL en/of het BO MIRT verdere afspraken maken met het Rijk.
Informele Bestuurlijke overleggen MIRT in Utrecht
Op 11 mei en 8 juni heeft het ministerie van IenW een bestuurlijke bijeenkomst georganiseerd in Utrecht voor alle landsdelen om gedeputeerden en wethouders bij te praten over de herprioritering binnen het MIRT. Vanuit Brabant waren Rik Grashoff (Tilburg, sessie 11 mei), Daan Quaars (Breda, sessie 8 juni) en Stijn Smeulders (provincie Noord-Brabant) aanwezig. De minister en staatssecretaris van IenW hebben toegelicht dat IenW keuzes moet gaan maken vanwege financiële, capaciteits- en stikstof-omstandigheden. In het kort komt het erop neer dat er de komende jaren een verschuiving plaats vindt van middelen voor aanleg naar middelen voor instandhouding. Daarnaast wordt er geschoven tussen projecten omdat projecten duurder worden en er onvoldoende personele capaciteit is. Dit heeft ook impact op (Brabantse) projecten die reeds als MIRT-project zijn aangemerkt en daarmee op de Brabantse bereikbaarheid. In de heroverweging wilde het Rijk de regio’s graag betrekken. Het overleg van 8 juni is de afgelopen weken ambtelijk (op directeurenniveau) inhoudelijk voorbereid tussen het ministerie van IenW en vertegenwoordigers van de landsdelen. Op 13 juni tijdens het BOL en vooral tijdens het MIRT later dit jaar worden er definitieve bestuurlijke afspraken gemaakt.
De Brabantse inzet die in alle overleggen is ingebracht is:
- Begrip voor de voorgenomen verschuiving in Mobiliteitsfonds gezien de onderhoudsopgave en gezien de stikstofproblematiek.
- Rijk en regio zijn samen verantwoordelijk voor de bereikbaarheid van Nederland. Vanwege de voorgenomen schuiven van het Rijk van aanleg naar onderhoud wordt het nog belangrijker om in te zetten op mobiliteitstransitie.
- We hebben het aanbod gedaan om samen met het Rijk Brabant zoveel als mogelijk in beweging te houden door te investeren in de in ontwikkeling zijnde multimodale mobiliteitspakketten voor de 4 stedelijke regio’s van NOVEX Stedelijk Brabant.
- Als harde randvoorwaarde stellen dat de te verschuiven projecten in het MIRT-projectenboek blijven staan en dus niet geschrapt worden.